Iemand als jij
Alle vrouwen hebben benen
Buiten is het altijd nacht
Het regent edelstenen
Waaraan heb ik jou verdiend?
Want met dit rode licht
Met dit rode licht op je gezicht
Toen je van de barkruk viel
Leek je even op Lucile
Dat was een compliment
Dat snap je pas als je haar kent:
Luhuhuhu Blijf! Dat was een compliment
Dat snap je pas als je haar kent
De gevels lijken zerken
De grachten zwarte inkt
De dronkenman een drenkeling
Die hoopt dat hij verdrinkt
Goed proosten is hard werken
Want met dit rode licht
Met dit rooie licht op je gezicht
Als je voor de pleepot knielt
Lijk je even op Lucile
Zo kwetsbaar, zo fragiel
Luhuhuhu Blijf! Dat was een compliment
Dat snap je pas als je haar kent:
De laatste ronde, laatste bel
Klinkt als het carillon
Dat aan zijn eerste lied begon
Kun jij betalen? Vraag de bon!
Je krijgt het morgen wel
Jij krijgt in dit valse licht
Met jouw gewicht de ketting nooit meer van je wiel
Nu lijk je even op Lucile
Vloekend, scheldend, en profile
Met tranen van duizend promille
Je zomerjurk als een boerenkiel
Te stom nog voor een scootmobiel
Te dronken voor het nachtasiel
Jij kinderloze moederziel
Jij moederloze kinderziel
Die van een fust jonge beviel
Jij hebt nog minder sexappeal
Dan een opgezet reptiel
Dan een opgedregd fossiel
Dan een manke necrofiel
Kus me, mij, arme schlemiel
Mij, seniele randdebiel
Mij, infantiele imbeciel
Die altijd voor de foute viel:
Lucide, fluïde, perfide, Lucile
Blijf! Dat was een compliment
Dat snap je pas als je haar kent