La lame lamegaan
Lame lamegaan
Ik zie het nie meer zitten
Want ik kan geeneens meer staan
La lame lamegaan
Lame lamegaan
Ik zie het nie meer zitten
Want ik kan geeneens meer staan
Zij zat te blinken in het rode licht
Zij wachtte op haar laatste klant
Last van dr tanden, last van dr jicht
De laatste rit! Standje contant!
Hij liep te drinken met een paars gezicht
En zag zichzelf in haar ruit
Hij werd verliefd. En met de ogen dicht
Was zij een half uur zijn bruid
La lame lamegaan
Lame lamegaan
Ik zie het nie meer zitten
Want ik kan geeneens meer staan
La lame lamegaan
Lame lamegaan
Ik zie het nie meer zitten
Want ik kan geeneens meer staan
Hij lag te stinken in het rode licht
Want wat hij doen moest, was gedaan
Zij viel het bed uit met haar vol gewicht
En trok haar jarretels weer aan
Hij zocht zijn schoenen, hij vond er drie
Ze zei: 'Cadeautje van de zaak.'
Voor hij het zelf wist, zat hij op één knie
En heeft toen om haar hand gevraagd
La lame lamegaan
Lame lamegaan
Ik zie het nie meer zitten
Want ik kan geeneens meer staan
La lame lamegaan
Lame lamegaan
Ik zie het nie meer zitten
Want ik kan geeneens meer staan
Toch moest zij huilen om zijn groots gebaar
Zij nam een slok en zei toen 'ja'
Tot aan de morgen waren zij een paar
Nooit eerder kwam een man zo na
Hij vond de foto op haar rooz' dressoir
Daar naast de oude poederbus
Hij zag zichzelf als jongen van acht jaar
Handje in handje… met zijn zus
La lame lamegaan
Lame lamegaan
Ik zie het nie meer zitten
Want ik kan geeneens meer staan
La lame lamegaan
Lame lamegaan
Ik zie het nie meer zitten
Want ik kan geeneens meer staan