x
Joost Spijkers werd voor het theater geboren op 23 juni 1977 in Melick en Herkenbosch. Na enige omzwervingen door Limburg en het voormalig Joegoslavië kwam hij terecht op de Academie voor Kleinkunst/de Theaterschool in Amsterdam. Daar vormde hij met klasgenoten de theatergroep de Ashton Brothers. De Ashton Brothers zijn Pim Muda, Joost Spijkers en Friso van Vemde.
Zij speelden hun muzikale spektakelshows over de hele wereld, van Parijs tot Toronto en van Budapest tot Edinburgh. Na vijf, door pers en publiek bejubelde, en internationaal bekroonde theatershows ontwikkelden de Ashton Brothers hun zomerfestival Ashtonia waarmee ze de zomers van 2017-2018-2019 tienduizenden mensen naar hun circus in onder meer de tuin van Slot Zeist trokken.
Als Ashton Brother specialiseerde Joost zich tot onfortuinlijke flamencodanser, primo ballerino, acrobaat in de trapeze en tissue, sterke man, blinde pianist, amoebe, brandende derwishdanser, en zanger van liederen die niemand kan verstaan.

Sinds 2015 maakt Joost samen met zijn band en toneelschrijver Peer Wittenbols "solo" muziektheaterprogramma's. Joost won in 2018 de Poelifinario voor het meest indrukwekkende theaterprogramma in de categorie kleinkunst. De voorstelling stond in de Theaterkrant top 5 van de beste theatervoorstellingen van het jaar. In 2022 won hij de Annie MG Schmidtprijs 2021 voor het beste theaterlied met het lied "Welkom Thuis" uit de voorstelling "Hotel Spijkers". De nummers uit de shows zijn uitgebracht op vier albums. Joost zingt in het Nederlands en in alle andere talen uit zijn jeugd in theaters in Nederland, Servië, Bosnië, Kroatië, Slovenië en Tsjechië.

Joost is getrouwd met Iva Lešić en is vader van Joakim, Sara Sofie en Stela Tara.

O ja, alles wat hij zingt is echt gebeurd.
 

venster sluiten
 
 
 
x

We horen graag van je

E-mailadres
 
Vraag, reactie of opmerking
 
 
Amsterdam Artist Management
Contactpersoon: Elselinda Schouten
Telefoon: +31 6 20 361 376
> Management@joostspijkers.nl
 
 
 
 

venster sluiten
 
 

Slaap maar

 
Er was eens een kind
Een meisje als jij
Dat kind had een moeder
Die nooit zoveel zei

Dat kind had een vader
Die was niet graag thuis
Soms stond hij uren
's Nachts voor hun huis

Hij kwam van ergens
Van ergens
Maar meestal van nergens

Hij zei tot de spiegel
Daar in het raam:
Wat als die man niet naar binnen zou gaan
Wat als die man nooit naar binnen zou gaan

Soms droomde het meisje
Dat ze niet sliep
En dat haar vader
Hun straatje uit liep

Naar ergens
Naar ergens
Maar meestal maar nergens

Haar moeder fluisterde
Zacht in haar oor
Zeg in je droom:
Papa, loop door…
Papa, loop door…
Papa, loop door…

Naar ergens
Naar ergens
Of liever
Naar nergens
 

Nieuwsbrief  ×

Blijf op de hoogte van het laatste nieuws en schrijf je in op de nieuwsbrief