Testament
Die wel het lef heeft om te vluchten
Geef mijn longen aan de maagd
Die nog een leven lang moet zuchten
Geef mijn ogen aan het meisje
Dat haar spiegel niet wil zien
Wie weet, dat ze ooit teruglacht
Als ze beter kijkt, misschien
Deel me op... Nee!
Deel me uit... Nee!
Geef me weg... Nee!
Geef me mee...
Geef mijn lever aan mijn moeder
En zeg dat ze moet weten:
Ze heeft d'r toekomst nu verzopen
Om d'r verleden te vergeten
Voer mijn tong maar aan de honden
Op het braakliggend terrein
Maar het kan goed dat ze niet houden
Van bitter en azijn
Deel me op... Nee!
Deel me uit... Nee!
Geef me weg... Nee!
Geef me mee...
Scheer mijn haar maar van mijn schedel
Leg maar voor de deur, wie weet,
Dat een ander het wil hebben
Op zijn rug of op zijn reet
Breng mijn snikkel naar de snijzaal
Van de universiteit
Voor een lesje eerstejaars
In kleine daden, grote spijt
Deel me op... Nee!
Deel me uit... Nee!
Geef me weg... Nee!
Geef me mee...
Hebben, hebben, hebben. Gratis en niet duur
En mijn huisje staat weer leeg en mijn vrouw is weer te huur
Sloop het goud maar uit mijn kaken
En bewaar het in een kluis
Tot mijn dochter oud genoeg is
Voor haar eerste eigen huis
Breng mijn hart maar naar de stort
En vraag daar dan aan zo'n meneer
Naar de bak: klein chemisch afval
Pleur het daar maar ergens neer
Deel me op... Nee!
Deel me uit... Nee!
Geef me weg... Nee!
Geef me mee...
En verbrand mijn laatste resten
Breng mijn urn naar het strand
Waar ik ooit heb leren lopen
Op het botergele zand
Strooi me uit tussen de schelpen
Opdat alles herbegint
Stof tot stof en as tot as
Maar pas op voor tegenwind
Deel me op... Nee!
Deel me uit... Nee!
Geef me weg... Nee!
Geef me mee...